Trailschoen of Hardloopschoen

Trailschoen of hardloopschoen?

Trailrunning is hardlopen buiten de gebaande paden op verschillende soorten ondergronden zoals modder, grind, heuvels en rotsen. Waar veel hardlopers meters afleggen op het asfalt, loopbanden of atletiekbanen, doen trailrunners dat veelal in de natuur. Hierdoor verschillen de eisen met betrekking tot de schoenen.

De verschillen tussen een hardloopschoen en een trailrunschoen hebben te maken met de verschillende typen ondergrond. Voor trailrunning heb je behoefte aan schoenen met een goed profiel, bescherming en stabiliteit voor oneffen terrein terwijl bij een wegschoen dit juist tot extra ballast kan lijden. Op oneffen terrein moet je lichaam immers constant reageren en aanpassen naar de bewegingen van de voet.

Kenmerken van een Trailschoen

Profiel

Hoe dieper het profiel, hoe beter de grip op modderig terrein. Kortere en dichter bij elkaar geplaatste noppen zijn voldoende voor harde, droge trails en zullen op dit terrein meer stabiliteit geven. Er zijn ook diverse trailrunning schoenen met een profiel dat breed inzetbaar is en op vrijwel elk terrein gebruikt kan worden.   

Bescherming

Trailschoenen bieden de voet over het algemeen meer bescherming dan hardloopschoenen. Een versterkte neus en stevig bovenwerk beschermt je voet op ruig terrein met veel wortels, stenen, takken, rotsen, scherpe begroeiing, water en modder. Trailschoenen speciaal voor harde ondergrond hebben vaak een stevige plaat in de tussenzool om de voet van onderaf te beschermen tegen scherpe of puntige rotsen of wortels. Bij hardloopschoenen dringen vuil en modder makkelijker door het ventilerende bovenwerk en het risico op scheuren hiervan bij gebruik in bossen of bergen is groter dan bij een robuustere trailschoen. Sommige trailschoenen zijn uitgerust met een waterdicht Gore-Tex membraan om de voeten droog te houden.

Kenmerken van een Trailschoen

Ondersteuning, pasvorm en comfort

De voet moet stevig op zijn plaats blijven tijdens het hardlopen op ongelijkmatig terrein. Je verandert namelijk veel meer van richting en snelheid dan bij hardlopen op de weg. De trailschoen heeft daardoor een meer aansluitende pasvorm, zodat je minder risico hebt dat je in de schoen gaat glijden. Je kunt sneller reageren als de schoen precies past en hij de bewegingen van de voet volgt. 

Bij stijgen is het belangrijk dat je hiel goed vast in de schoen zit zodat wrijving niet kan lijden tot blaren of andere ongemakken. Als tijdens het afdalen je voet gaat glijden in de schoen, kunnen de tenen de voorkant van de schoen raken met blauwe teennagels tot gevolg. Ook wil je, als je in natte omstandigheden rent, onnodige beweging van je voet in de schoen vermijden om blaren te voorkomen.  Lees deze blog over handige strikmethodes voor je hardloopschoenen.

Stabiliteit en energieabsorptie

Hardloopschoenen hebben over het algemeen veel dempingsmateriaal in de tussenzool, dit biedt comfort. Een trailschoen heeft in principe minder demping aangezien je meestal op een zachtere ondergrond dan asfalt loopt. Minder demping in de trailschoen geeft ook een beter contactgevoel met de ondergrond, dit is belangrijk bij het rennen in technisch terrein. Je kan sneller reageren en corrigeren. 

De stuggere middenzool van een trailrunschoen biedt meer stabiliteit. Dit geeft ook meer vertrouwen.

In tegenstelling tot hardlopen op de weg, is een anti-pronatie schoen vaak overbodig omdat op oneffen terrein je voet nauwelijks in een vlakke stand staat. 

Ondergrond in relatie tot keuze schoen

De keuze voor een specifieke schoen is ook afhankelijk van welke ondergrond je gaat hardlopen:

  • Asfalt en verharde paden: lichte en veelzijdige (hardloop)schoenen. Dicht bij elkaar geplaatste en relatief vlakke noppen geven voldoende grip. De dunnere buitenzool maakt de schoen lichter en stabiel (minder kans op slijtage van de noppen en je voet staat dichter bij de grond). De flexibele schoenen zorgen voor een soepele, snelle afwikkeling. Hardloopschoenen hebben een licht, ventilerend bovenwerk voor comfort.
  • Droge en vaste ondergrond: voor bredere (stevige) bospaden en harde grindpaden kun je kiezen voor schoen met plattere, dichter op elkaar geplaatste noppen. Je hebt meer grip tov een “gewone” hardloopschoen, terwijl je deze veelzijdige schoen ook prima kan gebruiken op asfalt.
  • Zachte en losse ondergrond of modderig terrein: kies schoenen met diepere, verder uit elkaar geplaatste noppen zodat de modder niet blijft plakken in het loopvlak. Het rubber van de slijtzool is zachter voor meer grip op zachte ondergrond (en zal daardoor sneller slijten bij gebruik op verharde weg). Goede ondersteuning van de voet/wreef helpt om je evenwicht te bewaren op oneffen paden. De grove noppen geven veel grip en zijn geschikt voor het rennen op zand en in het bos, met name in herfst, lente en winter wanneer de ondergrond nat, zacht en modderig is.
  • Rotsachtig terrein: trailschoenen met een stijvere buitenzool voor meer stabiliteit. Een verstevigd bovenwerk beschermt je voet tegen scherpe stenen.

 

Ondergrond in relatie tot keuze schoen

Ook je doelen kunnen bepalend zijn voor de keuze van je schoen. Als je net begint met trailrunnen en dit wilt afwisselen met hardlopen op asfalt kies dan voor een lichtgewicht en veelzijdige hardloop- of trailrunschoen. Als je een ervaren trailrunner bent, je langer en intensiever wilt trainen of competitief gaat lopen, kies dan voor een trailschoen met eigenschappen die passen bij jouw specifieke doelen.

Overzicht trailschoenen