Tips om blaren te voorkomen

Blaren zijn ontzettend vervelend tijdens het wandelen! Blaren zijn een veelvoorkomende wandelblessure en ze kunnen pijnlijk genoeg zijn om een mooie wandeling te verpesten. Gelukkig zijn er verschillende dingen die je kunt doen om blaren te voorkomen. Wij vertellen je graag meer over wat jij kunt doen om blaren te voorkomen.

Wat zijn blaren en hoe ontstaan ze?

De huid bestaat uit 3 lagen: de epidermis, dermis en onderhuidse weefsel. Door wrijving bewegen huidlagen tegen elkaar. Door deze “schuifkracht” gaan de huidlagen uit elkaar, ontstaat als het ware een scheur, en vormt zich een vloeistofbel. Deze vloeistof zorgt voor een natuurlijke bescherming voor de huid eronder. Als je merkt dat een blaar zich begint te vormen, onderneem dan meteen actie om te voorkomen dat de blaar groter wordt. Een bloedblaar ontstaat doordat de haarvaatjes in de buurt van de blaar ook beschadigd zijn en de blaar vult met rode vloeistof.

Voor blaarvorming zijn drie factoren het meest van invloed. 

  1. Warmte: het is gemakkelijker om blaren te krijgen in warme omstandigheden dan in koude. Bovendien veroorzaken warme temperaturen meer transpiratie en is het niet verrassend dat hogere loopsnelheden de temperatuur in de schoen ook verhogen. Ook bij langere afstanden heb je meer kans op warme (zweet) voeten. De transpiratie zorgt voor de ‘vochtige’ omgeving waarvan bekend is dat het de wrijvingskans en vorming van blaren verhoogt.
  2. Vocht: als je huid zacht en rimpeling is, heb je een groter risico op het ontstaan van blaren. 
  3. Wrijving: wrijving kan verschillende oorzaken hebben. Denk bijvoorbeeld aan slecht passende schoenen, naden van sokken of sokken die dubbel zitten, steentjes in je schoenen, zand in je sokken, natte schoenen of (extreme) zweetvoeten. Steile beklimmingen en afdalingen en/of het dragen van een zware rugzak kunnen ook het risico op blaren vergroten omdat dit de wrijving in je schoen vergroot.
Wat zijn blaren en hoe ontstaan ze?

Preventief blaren voorkomen

Er zijn een aantal verschillende mogelijkheden om blaren te voorkomen. 

  • Zorg voor een goede pasvorm van de schoen. Te smal, te breed, te klein of juist te groot kunnen allemaal zorgen voor blaren. Laat je adviseren bij het kiezen van de juiste hardloop– of wandelschoenen.
  • Kies een schoen die past bij jouw activiteit. Een stevige bergschoen kan te zwaar en te warm zijn voor zomerse tochten in Nederland. Je voeten zweten meer, je huid wordt nat en zwelt op waardoor je vatbaarder bent voor blaren. Een te stijve schoen kan zorgen voor meer wrijving. Maar andersom kun je ook blaren krijgen als je schoenen draagt die te licht en te flexibel zijn voor moeilijker terrein.
  • Voering van een schoen kan verschil maken. Leer is bijvoorbeeld soepeler aan de voet dan stof of functionele (waterdichte) membranen. Leer is absorberend en helpt om de voeten droger te houden. Een waterdicht membraan werkt het effectiefst als er een duidelijk verschil is in binnen- en buitentemperatuur. Dit is minder het geval in warme omstandigheden, zweet kan daarom minder goed uit de schoen ontsnappen. Hierdoor hoopt vocht aan de binnenkant op, de voeten worden zacht en zijn vatbaarder voor blaren.
  • Kies functionele sokken van hoge kwaliteit. Vocht afvoerende synthetische vezels, eventueel in combinatie met merinowol, zorgen ervoor dat de huid droger blijft t.o.v. een katoenen sok doordat ze het vocht afvoeren van de huid. Verstevigde hakken, tenen en enkels helpen ook bij het verminderen van wrijving en dus het voorkomen van blaren.
  • Strik je schoenen goed, als veters los zitten zal de schoen meer schuren.
  • Maak tijdens je wandeling gebruik van rustpauzes om je voeten in de open lucht te drogen en trek indien nodig droge sokken aan.
  • Verzorg je voeten. Knip je teennagels. Als je teennagels lang of ingegroeid zijn, kunnen ze pijnlijk worden en blaren veroorzaken. 
  • Inlegzolen kunnen mogelijk druk verlichten op bepaalde plekken doordat de druk per cm2 lager wordt. Hierdoor krijgt de voet meer rust.
Preventief blaren voorkomen

Behandeling van blaren tijdens het wandelen

Indien mogelijk laat de blaar intact en prik deze niet door, dit kan namelijk leiden tot een infectie omdat de huid dan met bacteriën in contact komt. Preventie is dus zeer belangrijk.

Met de volgende 4 stappen behandel je elke blaar, ongeacht de blaar.

  1. Identificeer de fase van de blaar
  2. Ontsmet de blaar – infectiepreventie
  3. Kies het juiste pleister
  4. Vervang de pleister op het juiste moment

 

Identificeren van de fase van de blaar – 3 fases 

  • Intact. Dus een blaar waarvan de huid nog intact is en het vocht er nog onder zit. De huid werkt als een beschermlaag over een steriele omgeving.
  • Gescheurd. Een blaar waar de huid nog op zit, maar gescheurd is. Het vocht is eruit, maar het onderliggende weefsel is nog beschermd door het stukje huid.
  • Afgescheurd. De huid onder blaar is volledig zichtbaar, en is niet meer beschermd door het stukje huid van de blaar.

Ontsmetten van de blaar

  • Wanneer de blaar gescheurd of afgescheurd is, moet je de blaar ontsmetten. Je kunt vloeibaar desinfectiemiddel gebruiken. Denk aan bijvoorbeeld betadine. Als je dit niet bij de hand hebt, spoel dan de blaar af met schoon (of gekookt en afgekoeld) water. Ontsmetten is bij een intacte blaar niet nodig, de huid houdt de bacteriën buiten.
  • Een kleine blaar waar weinig vocht die je toch probeert door te prikken, kan gaan bloeden. Hiermee bestaat een risico dat bacteriën in het bloed komen. Gebruik een eilandpleister (zie stap 3) om de blaar af te dekken. De blaar zal indrogen en vanzelf genezen.
  • Een grote blaar mag je doorprikken en het vocht uit het gaatje duwen. Was vooraf je handen en steriliseer de naald met alcohol. Bedek de blaar vervolgens met een eilandpleister (zie stap 3) zodat bacteriën niet de kans krijgen binnen te dringen. Je kunt de pleister af en toe vernieuwen en de voet in soda weken. Draag de pleister tot de huid hersteld is. 

Kies de juiste pleister – afhankelijk van de fase van de blaar, kies je een andere pleister:

  • Intacte blaar – eilandpleister (dit is een pleister met een absorberende kern die niet plakt, omringd met tape aan de rand.
  • Gescheurde blaar – eilandpleister
  • Afgescheurde blaar – hydrocolloïde blarenpleister ( Alleen voor blaren waarvan de huid niet meer op de blaar zit. Ze zijn ontworpen om een aantal dagen op de huid te blijven zitten. Tape de randen van de pleister altijd af met tape om de pleister langer goed te houden. Gebruik ze niet voor blaarpreventie. Gebruik ze niet op een intacte of gescheurde blaar)

Vervang de pleister op het juiste moment

  • Eilandpleisters: Gebruik bij voorkeur de niet waterafstotende pleisters. Ze zijn makkelijker te vervangen omdat ze vaak iets minder goed plakken. En waterafstotende pleister laten mensen vaak te lang zitten waardoor de huid eronder week wordt door vocht en warmte. De pleister moet vervangen worden als er doorslag zichtbaar is. Hiermee wordt bedoeld dat de pleister zichtbaar vervuild is door bloed of vocht uit de blaar of vocht vanuit de omgeving. Meestal moet een pleister tussen elk uur of tot 1x per dag vervangen worden.
  • Hydrocolloïde blarenpleisters: Deze pleisters zijn waterafstotend. Ze hoeven enkel vervangen te worden als er een witte bubbel aan de rand van de pleister zit. Op dat moment kunnen er bacteriën onder de rand door komen. Afhankelijk van de blaar duurt dit tussen de enkele uren en paar dagen.

Niet alle voeten zijn hetzelfde. Sommige mensen hebben nooit problemen, terwijl voor anderen blaren een vervelend ongemak kan zijn. Probeer dus zoveel mogelijk blaren te voorkomen. Als ze toch verschijnen, verhelp ze dan zo snel mogelijk, zodat je tijdens je wandeling kan blijven genieten!