Waterdichte schoenen, toch natte voeten

En waarom dat niets met lekkage te maken heeft

Je kent het vast: je trekt vol goede moed je waterdichte wandelschoenen aan, voorzien van een mooi labeltje: ‘waterproof’. Het heeft niet eens geregend, het gras is alleen wat vochtig op de herfstochtend. Toch kom je na een half uur wandelen thuis met sokken die klam en koud aanvoelen. Was dat dure membraan dan onzin? Nee. Je hebt vooral de wetten van de natuurkunde onderschat.

De mythe van absolute waterdichtheid

Schoenfabrikanten strooien graag met termen als waterproof en ademend membraan. Dat klinkt natuurlijk fantastisch: geen druppel die naar binnen kan, en toch een schoen die “ademt”. Maar volledige afsluiting heeft altijd een keerzijde. Hoe sterker de barrière tegen water van buiten, hoe moeilijker het voor vocht van binnen wordt om te ontsnappen. “Ademend vermogen” is dan ook geen wonder, maar een relatief begrip: het werkt alleen onder ideale omstandigheden van lage luchtvochtigheid en voldoende temperatuurverschil.

Nat gras: de voor de hand liggende verdachte

Voordat we naar de echte boosdoener kijken, eerst het voor de hand liggende: nat herfstgras. Elke grasspriet draagt dauwdruppels die bij elke stap opspatten. Deze komen op je schoen terecht of belanden via de schacht in je schoen. Bij lage schoenen of een wat slordig gestrikte schoen kan dat al genoeg zijn voor natte sokken. Toch verklaart dit niet het hele raadsel. Ook bij hoge wandelschoenen met strakke gaiters kun je nog steeds klamme voeten krijgen.

De mythe van absolute waterdichtheid

Condens: het onzichtbare probleem

De echte dader is condens, en die werkt genadeloos. Je voeten produceren voortdurend, zelfs als je niet intensief beweegt, warmte en vocht: gemiddeld zo’n 200 milliliter water per voet per dag. Dat verdampt als waterdamp in je schoen.

In de herfst is de buitenlucht koud en vaak al verzadigd met vocht, vooral in het gras. Het gevolg: het temperatuur- en drukverschil dat nodig is om damp naar buiten te duwen door het waterdichte membraan, is vrijwel afwezig. De warme, vochtige lucht die je voet produceert, koelt af en slaat daar neer als waterdruppeltjes tegen de binnenwand van het waterdichte membraan. Met andere woorden: je sokken worden nat door water dat je zelf hebt geproduceerd. Er hoeft geen druppel van buitenaf aan te pas te komen.

Condens: het onzichtbare probleem

Grenzen van "ademend"

Technische membranen zoals bijvoorbeeld Gore-Tex zijn knap ontworpen. Ze bestaan uit microscopisch kleine poriën: groot genoeg voor waterdampmoleculen, te klein voor vloeibare waterdruppels. In theorie kan de damp van je warme voet dus naar buiten ontsnappen. Maar dat proces is volledig afhankelijk van gradiënten (verschillen tussen binnen en buiten).

  • Temperatuurverschil: Damp beweegt van warm naar koud. Is de buitentemperatuur bijna gelijk aan de temperatuur in je schoen, dan verdwijnt de drijvende kracht.
  • Relatieve luchtvochtigheid buiten: Bij een vochtige herfstochtend kan de lucht buiten al bijna verzadigd zijn. Er is simpelweg geen “ruimte” meer voor extra damp.
  • Interne verzadiging: Binnenin de schoen stapelt vocht zich op doordat je voeten continu zweten, hoe koel het ook is. Na een tijdje bereikt de lucht in de schoen zijn verzadigingspunt. Zodra dat gebeurt, condenseert het overschot als druppeltjes op de binnenkant van het membraan.

Het resultaat is een gesloten systeem: warme, vochtige lucht wil wel naar buiten, maar de buitenlucht accepteert niets meer. De damp blijft hangen, koelt af, en keert terug naar vloeibaar water. Geen enkel membraan, hoe prijzig of geavanceerd ook, kan die natuurwetten overwinnen.
Het condenseren wordt extra versterkt bij een slecht onderhouden schoen. Als bijvoorbeeld het leren buitenwerk volledig is geabsorbeerd met water, dan is het voor het vocht aan de binnenkant extra moeilijk hier doorheen te verdampen. Een schoen regelmatig insprayen en waxen helpt bij het behouden van het ademend vermogen.

Grenzen van

Wat kun je wél doen?

Je voeten volledig droog houden is in zulke omstandigheden een illusie, maar je kunt het ongemak beperken:

  • Kies sokken die vocht opnemen en afvoeren. Merinowol of synthetische vezels voeren zweet beter weg dan katoen.
  • Ventileer waar mogelijk. Trek tijdens pauzes je schoenen even uit of trek de veters wat losser.
  • Droog slim. Haal na de wandeling de inlegzolen eruit en stop er krantenpapier of speciale droogzakken in.
  • Wissel sokken. Bij langere tochten is een extra paar geen overbodige luxe.
  • Belangrijker nog: temper je verwachtingen. Een volledig waterdichte schoen is ideaal tegen regen of een beekje, maar is geen garantie tegen de damp die je zelf produceert.

De natuur is de baas

Volgende keer dat je door vochtig najaarsgras loopt en merkt dat je voeten langzaam klam worden, weet je wat er kan spelen. Het is niet per se je dure schoen die faalt, en ook niet de marketing die je misleidt (al mag die soms best wat bescheidener). Het is simpelweg de natuur die haar eigen regels volgt. Water verdampt, zoekt de weg van de minste weerstand, en condenseert zodra het kan.

Dus als je na die frisse ochtendwandeling je sokken over de verwarming hangt, kun je glimlachen: je hebt geen lek ontdekt, maar een les in fysica gehad.